Japanse lakkunst:  ”De glorie van het Land van de rijzende zon.”  

Japanse lakkunst, Nederland onderhoudt al sinds 1600 banden met het Land van de Ondergaande Zon
Japanse lakkunst behoorde tot de handelswaar tussen de V.O.C. en Japan. Foto: Het Land van de Rijzende Zon, zonsopkomst voor de kust van de Grote Oceaan, Marianne Visser van Klaarwater, 1975.

Japanse lakkunst is geen onbekende kunstvorm in Nederland. Toch verscheen hierover pas in 2022 een boek in het Nederlands. Dit is geschreven door Jan Dees onder de titel ‘’De gedroomde wereld. Beginselen van de Japanse lakkunst’’. De beschreven kunstwerken zijn tot en met 4 september 2022 te zien in het Rijksmuseum te Amsterdam.   

Rijksmuseum, Japanse lak, lakboom
Rijksmuseum, expositie Modern Japanse Lak, lakboom. Eens in de 15 jaar geeft ze lak en dan nog slechts voor een kwart liter.

‘’Helemaal naar Japan?’’ Nog hoor ik de verbaasde stem van mijn ouders. Ik was 22 en had besloten om vakantie te gaan vieren in het Land van  de Rijzende Zon. Ik wilde vooral het land van geisha’s en theeceremonie ontdekken. Vaag had ik ook iets gehoord van Japanse lakkunst maar wat dat was?   

Japanse lakkunst: 

Wat Japanse lakkunst is? Dat weet Jan Dees als geen ander.  Als kunsthistoricus en expert in modern Japans lak promoveerde hij in 2007 op dit thema. Later verscheen in 2022 zijn boek ‘’De gedroomde wereld over de beginselen van de Japanse lakkunst.’’
Jan Dees verwijst in dit boek naar Louis Gonse (1846-1921. Deze Fransman was destijds hoofdredacteur van de Gazette des Beaux Arts. Hij bestempelde Japanse lakkunst als ‘’De glorie van de Japanners.’’ Volgens hem waren het ‘’de meest perfecte voorwerpen die ooit door mensenhanden zijn gemaakt.”
Het waarom van deze woorden ontdek ik tijdens mijn bezoek aan het Rijksmuseum. Daar bekijken Peter en ik aandachtig de collectie die vooral uit lakdozen bestaat. We nemen er de tijd voor want des te meer ontdekken we. De kunstenaars van Japanse lak kenden zelf helemaal geen haast. Het maken duurde soms maanden ja zelfs jaren.  

Japanse lakkunst: over de makers

De traditie van de Japanse lakkunst bestaat al meer dan duizend jaar.  In de 16e en 17e eeuw vormde het een belangrijk onderdeel van de handel tussen de V.O.C. en Japan. In veel Nederlandse huiskamers zag je de met zilver- en goudpoeder besprenkelde kunst.  
Toch duurde het tot 1890 totdat de kunstacademie in Tokyo een eigen lakafdeling kreeg. De eeuwenoude kunst onderging een transformatie. De tekening werden niet alleen krachtiger maar ook realistischer.
Toch werd de ”Glorie van de Japanners” niet als dusdanig erkend. ”In 1907 riep de Japanse overheid een jaarlijks nationale kunsttentoonstelling in het leven. Dit naar het voorbeeld van de Franse Salons. De toegepaste kunsten lak, metaal, lak en keramiek werden buitengesloten” schrijft Jan Deen in de ”Gedroomde wereld.”.
Naar het oordeel van de officials en kunstcritici ontbrak het hen aan innovatief vermogen. En dat bezwaar trof vooral de lakschilders.

Japanse lakkunst, Wierookdoosje ‘Hortensia’, Otomaru Kōdō, (1898-1988), Japan, ca. 1950. Chōshitsu (uitgekerfde lak). Takamatsu Art Museum. Photo by Akira Takahashi
Japanse lakkunst, Wierookdoosje ‘Hortensia’, Otomaru Kōdō, (1898-1988), Japan, ca. 1950. Chōshitsu (uitgekerfde lak). Takamatsu Art Museum. Photo by Akira Takahashi

Japanse lakkunst en de strijd om erkenning

Geen wonder dat de lakschilders en andere kunstenaars van toegepaste kunst zich miskend voelden. Dat lieten ze niet op zich zitten. Zo kwamen er exposities voor vernieuwende ontwerpen. Niet de technische perfectie maar de artistieke expressie gold voortaan als het meest belangrijke.
Om zich te laten inspireren zochten ze naar internationale voorbeelden. De belangrijkste daarvan werd Art Deco. Daarbij was de lakkunst in het nadeel. Als Japanse kunstvorm kon ze zich niet laten spiegelen aan ontwikkelingen in andere landen.
Toch onderging ook de lakkunst een golf van innovatie en creativiteit. In 1927 werd ook zij toegelaten tot de nationale kunstexpositie. Een belangrijke innovatie betrof de combinatie van lak met de inleg van lood, keramiek en ivoor.

Modern Japans lak, Rijkmsuseum, expositie Modern Japans lak, Tsuda Sökan
Vooral naar de door Tsuda Sökan gemaakte ‘’Chinese geleerdentuin’’ (1920-1930) kan ik lange tijd kijken.

Japanse lakkunst: Rokkaku Daijõ , de aalscholver   

Een aalscholver op een rots in de branding trekt mijn aandacht. Deze zwemvogel staat op een doos met schuine hoeken. Het laten doorlopen van de rots op de zijkanten van de doos zorgt voor veel volume. 
Dit object betreft een uiterst delicaat stukje Japanse lakkunst van Rokkaku Daijõ (1938). Door de natuurgetrouwe weergave lijkt het alsof je kijkt door een verrekijker. Let vooral ook op de zee. Deze bestaat uit verschillende tinten laksplinters.
Het besprenkelen met parelmoer doet het water nog meer sprankelen. Het witte schuim bestaat uit stukjes schaal van een kwartelei.  

Japanse lakkunst, pelikaan, Rokkadu Daijo, 1938
Pelikaan, Rokkadu Daijo, 1938

Futagi Seiho: de patrijsvogel  

Even verder trekt een rode doos onze aandacht. Ik duw Peter in een door het Rijksmuseum te leen gegeven rolstoel naar de desbetreffende vitrine. Op de doos zie ik een Patrijsvogel. Deze is gemaakt door de Japanse lakschilder Futagi Seiho.
Met veren van de patrijsvogel versieren Papoea’s hun hoofdtooi. Ook zie je deze kleurrijke zangvogel met zijn rode en gele veren in de vlag van Papoea-Nieuw-Guinea. Van alle daar voorkomende circa 41 vogelsoorten zie je haar het meest.  
Voor de Japanners was de patrijsvogel het symbool van het door hen in 1942 veroverde Nieuw-Guinea. Over de verschrikkingen hiervan schreef ik in mijn boek ‘’Waarom zouden we bang zijn? Missie naar de Bismarck-Archipel.’’ (Gopher, september 2022).
Nu vraag ik me af hoe een volk dat tot zulke wrede dingen begaat tegelijkertijd zo iets moois kan maken. Voor de maker Futagi Seiho vormden dit moment en vogel een bron van inspiratie. Ruther Bregman schreef het al: ‘’De meeste mensen deugen.’’

 Rijksmuseum, de patrijsvogel, Futagi Seiho, ca 1942
Japanse lak, Rijksmuseum, de patrijsvogel, Futagi Seiho, ca 1942

De kimono

De expositie ‘’Modern Japans lak’’ in het Rijsmuseum opent met een kimono. Dat is niet zo vreemd. De meeste lakschilders in Kyoto begonnen hun loopbaan als ontwerper van kimonopatronen. Zoals Jan Dees schrijft in zijn boek ”De gedroomde wereld.”
De kimono herinnert mij aan die ene avond in het hotel Kawoki in Hakone. Die avond in 1975 zouden we in kimono op de foto gaan. Naar goed Japans gebruik nam ik eerst een stoombad. Daarna moet je een koude douche nemen maar dat deed ik niet.
Dat heb ik geweten. Ik voelde me zo duf als een Japans biggetje. Om af te koelen wilde ik een drankje pakken uit de koelkast op mijn kamer. Juist op dat moment klopte de kleedster op de deur.

Daarvan schrok ik. In lichtelijke paniek rolde ik achterover met koelkast en al. Daar lag ik tussen verkoelende drankjes. Ik krabbelde op en liet me aankleden in kimono. Nooit zag ik er zo slaperig uit als op de toen gemaakte foto. 

Over de productie van Japans Lak, Asian Art Museum 1987
Uiterst rechts op de tweede rij zit ik. Wat had ik een spijt dat ik geen koude douche nam na het stoombad.

Japanse lakkunst, over de band tussen Japan en Nederland

Wist je dat?

Wist je dat voorwerpen van Japanse lakkunst niet altijd als dusdanig worden herkend? Een Franse familie plaatste haar televisie op het kostbare Japanse lakwerk. Dat blijkt uit een verhaal van mr C.A, de Zeeuw secretaris van de Vereniging Rembrandt.

Kijk voor meer informatie en boeiende exposities op de website van het Rijksmuseum Amsterdam.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *